vrijdag 28 oktober 2016

Handig rekenen

We hebben in het nieuwe blok van rekenen  de afgelopen weken niet alleen de tafel van 2 geleerd, maar ook geoefend in het handig uitrekenen van plus- en minsommen over de 10.

De methode leert de kinderen hier verschillende manieren voor aan. Voor een goede rekenaar is dit fijn, meerdere manieren om een som slim uit te rekenen. Maar wie niet zo sterk is, raakt hier behoorlijk van in de war.

Ik kan me voorstellen dat u dat ook raakt. Vaak hoor ik van ouders dat zij hun kind graag willen helpen om de truc onder de knie te krijgen, maar niet goed weten hoe we dit op school uitleggen. Daarom even een kleine uitleg voor dit sommen net rond het tiental, zoals 8+5 en 12-9.

Eerder hebben we druk geoefend op de vriendjes van 10, dat waren twee getallen die samen 10 zijn. Eigenlijk is dit hetzelfde als het splitsen van 10. Dus 9 en 1, 4 en 6 en ga zo maar door.
Voor een plussom als 8+5 maken we gebruik van de 10. Je gaat 5 splitsen in een getal dat samen met 8 10 is en doet dan het restant van de 5 erbij. Zo krijg je dus de som 8+2+3=13.
Voor een minsom als 12-9 maken we ook gebruik van de 10. Alleen ga je nu de 9 zo splitsen dat je van 12 naar 10 gaat, en haalt dan het restant er af. Zo krijg je dus de som 12-2-7=3.

Voor dit handige rekenen moet je dus wel heel goed de vriendjes van 10 weten en goed kunnen splitsen. Een veel gemaakte fout bij de leerlingen is dat ze verkeerd splitsen. Neem een som als 7+8. Nu moet je 8 zo splitsen dat het samen met 7 10 wordt. De meeste kinderen splitsen de 8 echter meteen in 4 en 4, dat zijn ze gewend. 7 en 4 is echter niet 10, en zo wordt de som er juist niet gemakkelijker op...
Met een beetje oefenen lukt dit wel goed en is het echt handig. Uiteindelijk kunnen we later in het schooljaar dezelfde manier gebruiken om grotere sommen als 47+18 uit te rekenen!

maandag 24 oktober 2016

Op reis

We zijn al begonnen aan blok 3 van taal. Het thema is dit keer reizen.
Alle woorden van de lessen woordenschat, hebben dan ook met reizen te maken. We proberen deze woorden zo vaak mogelijk te gebruiken op verschillende manieren. Wilt u thuis mee oefenen? Dan kunt u de woorden hier downloaden.

De kinderen hebben tijdens de lessen luisteren en spreken geleerd dat ze een woord kunnen uitleggen met een zin, of dat je een zin en een plaatje kunt gebruiken. Ook hebben we ontdekt dat je kunt vertellen over onderwerpen waar je veel van weet en dat als je praat met verschillende mensen, je daar je spreekstijl op aan past. Tegen een vriendinnetje praat je anders dan tegen bijvoorbeeld de Koningin (nu ja, als het goed is doen de meeste mensen dat ;-)

Tijdens de lessen schrijven hebben we weer gewerkt met een woordweb. In het midden staat het spinwoord, daar omheen komen woorden die daar mee te maken hebben. Met die woorden kun je zinnen maken en die helpen je om een geordend verhaal te schrijven.

Voor het onderdeel taalbeschouwing ten slotte zijn we verder gegaan met ontleden. Het vorige blok hebben we geleerd dat mensen, dingen, dieren en planten namen hebben. Dit is een eerste aanbieding van naamwoorden. Nu hebben we het gehad over werkwoorden, alleen noemen we die in groep 4 doe-woorden. De uitleg is als volgt: "In elke zin staat een doe-woord. Doe-woorden zeggen wat mensen doen. Of dieren, planten of dingen."
Wilt u thuis oefenen met doe-woorden? Gebruikt u dan dit werkblad.


Pas in de bovenbouw leren de kinderen dat doe-woorden eigenlijk werkwoorden heetten, en komt het begrip naamwoorden erbij. Maar het echte ontleden, het zoeken van het onderwerp en de persoonsvorm, komt dus eigenlijk al voor in groep 4!

maandag 10 oktober 2016

Au, ou....

Het tweede blok van spelling schiet al weer aardig op. We hebben woorden met ng/nk en au/ou behandeld.

De meeste fouten worden gemaakt in de woorden met au of ou. Hieronder vindt u de uitlegkaarten die in de klas gebruikt worden. Voor dit blok moeten de woorden van de week A uit het hoofd worden geleerd.




Zoals u op de uitlegkaart kunt lezen, zijn woorden met au en ou weetwoorden. Dat wil zeggen dat de kinderen deze woorden uit het hoofd moeten leren. Een handige manier om dat te doen, is een kort grappig verhaaltje verzinnen met alle woorden er in.

Alle woorden uit dit blok (ook de nog niet behandelde woorden met aai/oei/ooi) kunt u overigens hier downloaden om te oefenen.

dinsdag 4 oktober 2016

Meer over keer

In het eerste blok van rekenen maakten de kinderen kennis met het keerteken. In dit stukje blog legde ik daar al iets over uit.

In het tweede blok zijn we een stapje verder gegaan en leren we de tafel van 2 en 10. De kinderen moeten de tafel kunnen opzeggen en de sommen door elkaar heen weten. Ze mogen straks eigenlijk niet meer over een antwoord nadenken, maar moeten het meteen uit het hoofd weten.

Dat wordt dus ouderwets stampen en uit het hoofd leren, of het wat moderner aanpakken en een app of website als Squla inzetten. Een muzikale aanpak kan ook, zo kunt u voor de tafel van 2 dit liedje leren:



Succes met oefenen!